Gelukkig ken ik niet .
Ik ken alleen maar verdriet .
Mijn leven heeft geen nut voor men en beest .
Thuis ben ik het geest .
Niemand ziet mij staan .
En mijn fel licht is uitgegaan .
Mijn woorden worden genegeerd .
Door ieder wezen en beest .
En als ik weer een beetje vrolijk ben .
Dan komt het niet door hen .
Ze zeggen dat ik lelijk ben , te lang ben , mollig ben en ga maar door .
Mijn vertrouwe in iedereen is weg allemaal daar voor .
Niemand geeft om mij .
Niks maakt mij blij .
Mijn geest is verwaarloost .
Niks is voor mij een troost .
Dit gedicht is ingezonden door Ayla
Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)
Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.
Volgende gedicht: Ik zie me zelf staanVorige gedicht: toen de romeinen gingen vechten