Ergens heel ver hiervandaan.
Was een land van prehistorische dieren.
In het noorden was het bloedheet en in het zuiden was het net een ijsbaan.
Het waren heel vredige dieren maar een dier gingen ze steeds klieren.
Het was een mammoet zonder haar.
Iedereen vond dat raar en daarom pestten de haar.
Als je goed zocht zag je misschien een klein plukje.
Het rare was dat plukje leek heel erg op een puzzelstukje.
Ze had het altijd berekoud.
De mammoet zonder haar besloot naar het noorden te gaan.
Maar ze wist de weg niet en er was ook geen loopbaan.
Toen werd ze heel verdrietig en uit haar oog kwam een heel verdrietige traan.
Maar waar was die traan nou voor nodig, ze kan toch ook gewoon naar de kaarthouder gaan.
De kaarthouder heette Adriaan en was (afzonderlijk van de anderen) heel aardig tegen haar.
Hij gaf haar de kaart naar het noorden.
Ze begon met de reis naar het noorden.
Onderweg zag ze allemaal mooie dingen.
Ze hoorde steeds voetstappen, maar dat negeerde ze.
Ze dacht alleen maar aan de enige die in haar leven aardig tegen haar had gedaan, Adriaan.
Dit gedicht is ingezonden door David
Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)
Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.
Volgende gedicht: ik heb een eetprobleemVorige gedicht: je houdt van voetballen