Bas had een nieuwe jas en een groene tas. Hij ging naar school. Daar ging hij voetballen. Hij maakte goal. Hij ging knutselen met een lijmpistool. Uit school ging hij spelen met Daan. Daar zagen ze een rekenmachine staan. Daan dacht gelijk die neem ik morgen mee naar school. S’avond aten ze rodekool. Daarna ging hij naar huis.
Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.