Donker voor m'n ogen. Niks zag ik door die kinderogen. Fel licht, daar stond ik dan. Alleen. Geween. Ik begon te bouwen. Om jou buiten te houwen. Hoger, hoger! Daar zit ik droger. Nu sta ik hier in mijn toren, niemand meer die me kan horen. Stap voor stap, steen voor steen. Ooit komt iemand er wel doorheen.
Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.