In de koude ochtendglore
zaten er twee op een hek.
Ze zaten daar vaker,
het was hun enige hangplek.
De een was een jongen met rood krullend haar,
de ander was een meisje met een hoed
De jongen hield van treiteren,
wat het meisje niet veel goeds doet.
Ze had ermee leren leven,
zoals ze met alles deed.
Het was maar voor even,
dat ze hieronder leed.
Soms ging het te ver,
dan moest ze even bijkomen.
Ze vluchte de weg op,
en rende voorbij de bomen.
Maar ze kwam toch snel weer terug,
want het was haar enige vriend.
Dan zaten ze weer op het bankje,
en dat vond ze welverdiend.
Waardering: 5.5 met 2 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Leo
Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)
Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.
Volgende gedicht: Een vis in het waterVorige gedicht: porno is met condom is goed